Snellezen met bewezen snelleestechnieken

Je hoeft geen genie te zijn om te snellezen. Wanneer je de snellees tips volgt van de Princeton methode en deze snelleestechnieken gebruikt kom je al ver!
bedrijfstrainingen
cursus snellezen sneleestechnieken

Effectieve snelleestechnieken

Volgens Princeton University

In onze cursus snellezen (en alle varianten daarop) gebruiken wij de bevindingen van het Princeton Language Institute. Het is wetenschappelijk aangetoond dat iedereen kan leren snellezen. De een doet er misschien iets langer over dan de ander, toch kun je jezelf snelleestechnieken aanleren.

In dit artikel zijn de snellees tips stapsgewijs beschreven. Wat je zelf kunt doen om met een grotere snelheid teksten te lezen en op het juiste niveau te begrijpen staat centraal. Met nadruk wordt gesteld ‘het juiste niveau’. Het is namelijk niet zo dat je alle teksten volledig moet begrijpen en tot in detail moet onthouden.

Net als onze cursus snellezen zijn deze snellees tips en de beschreven snelleestechnieken praktisch maar hebben ze wel een solide wetenschappelijke grondslag. Wij zien in de praktijk dat deze snellees tips leiden tot een aanzienlijke verbetering van de persoonlijke effectiviteit. Naast tijdwinst draagt snellezen bij aan je ontwikkeling.

cursus snellezen en mindmappen 1050

01. Zet jezelf niet onder druk

Ga niet de competitie met jezelf aan!

 We hebben te weinig tijd om alles te lezen wat we willen lezen. Althans, dat denken we. Er zijn nogal wat misvattingen over snellezen die we recht moeten zetten. Snellezen gaat namelijk niet alleen maar over grote stukken tekst in een hoog tempo lezen. Je zal ook prioriteiten moeten stellen. Bepaal eerst wat je wel en niet leest!

01.01. Je hoeft niet alles te lezen

Selecteer vooraf wat je wel en niet leest

 Je hoeft niet alles in een document, krant, tijdschrift of boek te lezen om een onderwerp goed te begrijpen. Er is over elk denkbaar onderwerp veel informatie beschikbaar. Zelfs als je al kunt snellezen met een hoge leessnelheid is het onmogelijk om alles te lezen. Kies welke boeken of artikelen je wel of niet leest. Ook binnen een boek, tijdschrift of krant moet je prioriteiten stellen. Verken eerst je leesmateriaal en bepaal wat je echt moet lezen. De inhoudsopgave is je grootste vriend!

01.02. Onthou niet alles!

Beperk je tot het hoognodige

 Denk bijvoorbeeld terug aan je mondeling examen Engels. Je was in feite niet romans aan het lezen maar uit je hoofd aan het leren om maar een voldoende te scoren. Uit je hoofd leren is wat anders dan lezen of snellezen. Op je werk word je niet overhoord. Bepaal voordat je leest waar je leeswerk toe dient. Als je werkt moet je dossierkennis hebben, tot een goed oordeel kunnen komen en je moet kennis en informatie kunnen toepassen om bepaalde resultaten te bereiken.

01.03. Je vergeet snel en veel

Na een maand ben je ± 90% vergeten

 Als we teksten niet herhalen zijn we na een dag 50% tot 70% van wat we hebben gelezen vergeten. Als we geen band hebben met het onderwerp vergeten we het meest. De vraag is: moet je alles letterlijk onthouden? Nee, probeer waar mogelijk de brug te slaan met jouw werksituatie. Dat geeft context waardoor je makkelijker kennis onthoudt.

190716 annoteren van tekst

01.04. Annoteer, markeer en noteer

Of maak een mindmap

 Je hoeft niet alles uit je hoofd te leren. Het is prima als je echt belangrijke informatie in een boek annoteert. Je kunt onderstrepen en in de marge aantekeningen maken. Wat ook werkt: gebruik een sticky note in combinatie een markeerstift, maak een notitie in de vorm van een mindmap of leg notities vast in OneNote. Veel kennis hoef je niet te onthouden. Snel terugvinden is efficiënter. Wanneer je de informatie nodig hebt zoek je het op. Bewaar het wel op een overzichtelijke manier. Wij vinden mindmappen de meest effectieve methode. Mindmappen is een manier van noteren waarbij efficiënter gebruik wordt gemaakt van je brein.

01.05. Snellezen is kenniswerk

Beeld-, oordeels- en besluitvorming

 Denk je weleens: “Dat stuk lees ik vanavond thuis wel even want anders kom ik niet aan mijn werk toe”? Dat is dus een denkfout. In de avond ben je moe en is lezen moeilijker. Snellezen hoort bij kenniswerk en kun je dus tijdens kantooruren doen. De meeste mensen vinden snellezen het makkelijkst in de ochtend omdat ze dan nog fit zijn.

digitaal mindmappen digitale mindmap

02. Snellezen is ook afleren!

Slechte leesgewoontes staan in de weg

 Om een tekst te onthouden moet je de tekst begrijpen. Om een tekst te begrijpen moet je jezelf concentreren. Om je te concentreren moet je jouw leessnelheid verhogen. Om je leessnelheid te verhogen moet je een aantal slechte gewoontes afleren. Denk aan: terugspringen, meemompelen en afdwalen.

02.01. Afdwalen tijdens het lezen…

Wat heb ik nou net gelezen?

 Herken je het volgende? Je wilt een tekst snel lezen en tijdens het lezen dwalen je gedachten af. Je leest een aantal woorden en die doen je denken aan iets. En dat waar je aan denkt doet je ook weer aan iets denken. Zo dwaal je af. Associëren is goed. Maar tijdens het snellezen moet je wel proberen om er richting aan te geven. Als je woorden tegenkomt is het goed als je verbindt met bijvoorbeeld projecten waar je aan werkt. Dergelijke verbindingen zorgt ervoor dat je informatie beter onthoudt.

02.02. Terugspringen in de tekst

Soms is het nodig maar vaak onnodig

 Veel lezers hebben last van terugspringen. Ken je dat? Je denkt op een gegeven moment: ”Wat heb ik nou eigenlijk gelezen?”. Elke keer als dat gebeurt spring je weer een aantal regels terug. Als je sporadisch een woord niet begrijpt kan het geen kwaad om even terug te springen. Je kunt te vaak onnodig terugspringen voorkomen met snellezen. Door je tempo te verhogen word je namelijk gedwongen om je te concentreren. Wat helpt is het afdekken van de regels boven de regel die je leest. Gebruik bijvoorbeeld een visitekaartje. Het werkt net als een leeslineaal. Snelheid en focus nemen toe. Een gemiddelde lezer (die dus ook dagdroomt) verliest een derde van de leestijd aan terugspringen. Als je dat voorkomt scheelt het je 33% leestijd.

02.03. Subvocaliseren afleren

Meemompelen met de tekst

 Praat je mee met de tekst? In gedachten of mompel je echt met je lippen mee? Als je praat spreek je ongeveer 150 woorden per minuut uit. De gemiddelde leessnelheid is 150 tot 250 woorden per minuut. Veel cursisten lezen na onze cursus snellezen 400 tot 600 woorden per minuut (en regelmatig nog meer!). Het heeft geen zin om mee te praten met de tekst. Bovendien ben je als je meepraat met twee dingen bezig: informatie verwerken (lezen) en meepraten. Bovendien kun je ook niet sneller lezen dan dat je praat. De remedie is simpel: kauw op kauwgom. Dat voorkomt subvocaliseren.

03. Kunde én voorbereiding

03.01. Snellezen doe je met een doel!

Bepaal je doel!

Als je werkgerelateerde teksten leest moet je jezelf afvragen of deze bijdragen aan jouw doelen en verantwoordelijkheden. Het helpt je bij het bepalen wat je wel en niet gaat lezen. Stel jezelf de juiste vragen: “Waarom lees ik dit?”, “Waarom heb ik deze informatie nodig?”. Door dit soort vragen ga je gerichter lezen. De antwoorden op deze vragen zorgen ervoor dat je gerichter leest. Ook kun je beter bepalen wat je vooral niet moet lezen!

03.02. Snellezen start met verkennen

Wat wil de tekst mij vertellen?

 Check je de datum van de druk. Voor IT en juridisch gerelateerde teksten is dat cruciaal. Ga daarna in hooguit 15 minuten tijd een verkenning uitvoeren van je boek:

Begin met de buitenkant, de omslag, rug en achterflap geven beknopt het centrale onderwerp weer. Maak daarvan het centrum van je mindmap.
Daarna check je de inhoudsopgave en vertaal je deze naar takken in je mindmap. Dit kun je beschouwen als het skelet van het boek.
Check je of er inleidingen in het begin of conclusies aan het einde bij hoofdstukken zijn beschreven. Als dat zo is voeg je deze informatie toe aan je mindmap.
Blader vervolgens door het boek en let op de koppen van hoofdstukken en paragrafen. Woorden die vaak voorkomen voeg je ook toe aan je mindmap.
Kijk goed naar afbeeldingen. Met name infographics zijn waardevol omdat die veel informatie in één beeld proberen te vatten.
Als je voordat je gaat snellezen een boek verkent aan de hand van voornoemde stappen begrijp je voor ongeveer 40% waar het boek over gaat.
Probeer zo’n verkenning binnen een kwartier te voltooien. Het is handig als je kunt mindmappen met mindmapsoftware. Je krijgt dan gevoel voor het grote plaatje.

04. Gebruik snelleestechnieken

Kijk efficiënt naar tekst

Nadat je de juiste vragen over de tekst hebt gesteld, bepaal je wat je wel en niet leest. En nadat je een goede verkenning hebt voltooid ga je snelleestechnieken toepassen.

04.01. Focus op sleutelwoorden

Dat gaat vanzelf als je versnelt

 Vaak zeggen cursisten dat ze bewust langzamer lezen. Ze weten niet dat ze, ook als ze langzaam lezen, onbewust veel woorden missen en maar de tekst wel heel goed begrijpen. Sleutelwoorden geven een heel goed beeld van de inhoud van de tekst. Kun je jezelf een beeld voorstellen als je de onderstaande 9 woorden leest? Je hebt volgens mij geen lidwoorden en voorzetsels nodig om te begrijpen welke scene deze 9 woorden willen aanroepen. Wat voor een beeld zie je voor je?

snellezen met sleutelwoorden

De negen woorden hierboven geven een goed beeld over de inhoud van de tekst. Er zijn geen lidwoorden, bijwoorden of voorzetsels gebruikt.

04.02. Trager lezen is geen remedie

Je leest sowieso niet alles

 Wat mis je als je langzaam leest? Van de woorden die betekenisvol zijn – zoals bijvoeglijk en zelfstandig naamwoorden – lezen we maar 85%. Van de functionele woorden – denk dan aan voorzetsels, lidwoorden, bijwoorden, et cetera – lezen we maar 35%. Dus als je langzaam leest mis je veel woorden.

04.03. Wij creëren zelf een beeld

Dat is een voor- en nadeel!

 Om een tekst heel goed te begrijpen volstaat het om van de belangrijke woorden 85% te lezen en van de minder belangrijke woorden 35%. Op zich is dat logisch. Woorden die cruciaal zijn worden namelijk vaak herhaald in tekst. Sommige uitgeverijen van leermiddelen doen dat zelfs bewust. Bovendien koppelen wij onze eigen kennis en ervaringen over een onderwerp aan wat we lezen. Daardoor kunnen we ons beeld rond een bepaald onderwerp compleet maken. Pas op met contracten, functioneel ontwerpen enzovoort. Laat zulke teksten ook tegenlezen. Als je zelf een invulling gaat geven aan teksten kan dit tot grote gevolgen leiden.

04.04. Opdelen is makkelijker

Snellezen met informatiepakketjes

Als je sneller van links naar rechts kijkt merk je misschien al dat je in stappen door een regel heen gaat. Test het maar eens uit met onderstaande tekst:

Als je gaat snellezen is het belangrijk dat je voorbereid bent en een boekverkenning hebt uitgevoerd.

Als je gaat snellezen is het belangrijk dat je voorbereid bent en een boekverkenning hebt uitgevoerd.

Als het goed is merk je dat je op de vet gezette woorden let en dat andere woorden eigenlijk aan je aandacht ontsnappen. Toch begrijp je de tekst. Dit kun je oefenen door elke keer snel over een regel heen te kijken en daarna voor jezelf te herhalen wat je hebt gelezen. Je merkt dat het vanzelf en snel makkelijker gaat. 

05. Andere snelleestechnieken

Kies de techniek die bij je past

Souplesse is heel belangrijk tijdens het snellezen. Heb je de neiging om te blijven hangen bij een of enkele woorden dan kun je de volgende snelleestechniek toepassen:

snellezen via de interlinie

05.01. Snellezen via de interlinie

Effectief maar vraagt om veel oefening

 Mik met je ogen op de interlinie tussen de regels. Dus de witte ruimte tussen de regels. Op een of andere manier willen je ogen tóch de regel zelf lezen. Ze volgen dan het pad van de gele banen. Je merkt dat als je het een paar keren doet het soepeler gaat. Daarna kun je de methode verder verfijnen:

190716 snellezen interlinie inspringen

05.02. Snellezen door in te springen

De parafovea leest links en rechts mee

snellezen en blikveld

Deze techniek combineer je met één van de andere snelleestechnieken. Sla met je ogen de eerste centimeter links en de laatste centimeter rechts van de regel over. Doordat je automatisch gebruik maakt van je parafoveale blikveld (iets breder dan het blikveld waar je op focust) neem je de tekst goed waar.
Tip: Als je van iemand een Word document ontvangt, dan loont het de moeite om de tekstopmaak zodanig aan te passen dat snellezen veel makkelijker gaat.

06. Snellezen en tekst aanwijzen

Verminder het aantal onnodige fixaties

Veel kinderen leren op school dat ze tekst niet mogen aanwijzen. Als een aangewezen tekst wordt voorgelezen ontbreken de klemtonen. Toch is aanwijzen efficiënt.

06.01. Snellezen en tekst aanwijzen

We vinden het fijn om ‘iets’ te volgen

Onze ogen vinden het fijn om beweging te volgen. Daar zijn we zelfs heel goed in. Dat hebben we geërfd van onze voorouders. Dat was belangrijk tijdens de jacht.

06.02. Aanwijzen leest makkelijker

Focus op één object

Als je tekst aanwijst zal je merken dat het lezen soepeler gaat. Je bent namelijk geneigd om je pen, vinger of hulpmiddel te volgen. Ondertussen neem je wel bewust de woorden en de tekst waar. Kortom:  Ga eens aan de slag met deze snellees oefeningen en je gaat alleen al daardoor snel lezen.

06.03. 300 keer per pagina focussen?

Focus op je pen, vinger of leesliniaal

Gemiddeld bestaat een goed opgemaakte tekst uit 8 tot 13 woorden per regel. Laten we dat afronden op 10 woorden per regel. Een bladzijde in een boek bestaat uit gemiddeld 28 tot 34 regels. Ik rond dat af op gemiddeld 30 regels op een bladzijde.

06.04. Het voordeel van aanwijzen

Je snelheid neemt vanzelf toe

Wanneer je zelf met je ogen moet focussen en woord na woord leest moet je dus 300 keren focussen per pagina. Dat is vermoeiend en vertragend. Terwijl je als je een pen of vinger gebruikt je alleen op de pen of vinger hoeft te focussen. Je blijft misschien bij een of twee woorden even blijft hangen. Dat is niet erg. Het verschil tussen 300 keer focussen en een of twee keren focussen merk je onmiddellijk in je leessnelheid. Ook merk je dat je ogen minder vermoeid voelen.

06.05. Hoe wijs je een tekst aan?

Met je pen, vinger of een kartonnetje

snellezen en tekst aanwijzen

Je kunt met je vinger of pen regel na regel van links naar rechts aanwijzen. Aan het einde van een regel til je je pen of vinger op en begin je aan de volgende regel. Dit kun je combineren met het inspring-methode door de eerste centimeter aan de linkerkant en de laatste centimeter aan de rechterkant van de regel over te slaan. Wanneer je ‘normaal’ leest maak je met je ogen sprongetjes van woord naar woord: saccades. Door de regel aan te wijzen volgen we een zg. smooth pursuit.

snellezen en slingeren door de tekat

Je kunt ook met de pen of vinger door de tekst slingeren. Het werkt net als de tekst van links naar rechts aanwijzen alleen til je jouw pen of vinger niet op. Je kunt ook de tekst van boven naar beneden aanwijzen. Dat werkt vooral goed wanneer je kolommen in de krant leest. Je gaat met je pen of vinger door het midden van de kolom.

190716 snellezen aanwijzen 4

Een minder bekende manier die goed werkt bij teksten met een gemiddelde regellengte van 8 tot 13 woorden per regel is heen en weer springen. Je verdeelt de tekst in twee helften en je wijst eerst het midden van de linkerhelft en dan het midden van de rechterhelft aan. Je springt echt met je vinger of pen van links naar rechts en dan naar de volgende regel. Zo ga je regel na regel af. Veel mensen vinden het ritme prettig. Je kunt ook een van je vinger in het midden van de linkerhelft plaatsen en een van je vingers in het midden van de rechterhelft plaatsen. Je kunt dan met je vingers rustig naar beneden glijden en je ogen van links naar rechts laten springen. Het is rustiger dan van links naar rechts springen. Met deze techniek spring je met je ogen van links naar rechts in grote sprongen. Dit zijn efficiëntere saccades dan wanneer je ’traditioneel’ leest zonder aan te wijzen.

190716 snellezen aanwijzen 5

Een mooie variant op de leesliniaal is de blanco achterkant van een zakenkaartje. Zet aan de bovenrand drie stippen (op een kwart, de helft en driekwart van de regellengte. Het kaartje sleep je geleidelijk aan naar beneden en je springt met je ogen van links naar rechts op de woordgroepen in de buurt van de stippen. 

06.06. Denk in zones

Fixeer niet te nauwkeurig

Ik zeg met name ‘in de buurt’ en ‘woordgroepen’. De kern van deze manier van aanwijzen is dat je een regel in drie brokken verdeelt. In plaats van gemiddeld 10 keer focussen op een regel focus je nu maar 3 keer op een regel. Het zijn gebieden waar je naar kijkt.

07. Bij snellezen hoort pauzeren

Lees in brokken van 20 tot 30 minuten

 Als je eenmaal je boekverkenning achter de rug hebt en je gaat snellezen dan zal je merken dat heel geconcentreerd lezen veel van je vraagt. Pauzeer elke 20 minuten of in de buurt van die 20 minuten als je het leeswerk in logische brokken kunt opdelen. Je hoeft niet helemaal niets te doen als je pauzeert.

08. De wetenschap over snellezen

Het brein heeft ook beperkingen

Stel je eens voor dat je aan het autorijden bent op de snelweg. Het is druk dus je let vooral op het verkeer voor je. Op gegeven moment rijd je naast een invoegstrook. Een auto rechts schuin voor je doet zijn knipperlicht aan. Is bovenstaande situatie voor jou herkenbaar? Wat gebeurde er? Je keek voor je en niet schuin opzij. Je neemt ook informatie waar buiten de zone waar je op focust.

08.01. Snellezen met de foveale zone

Het deel dat het meest scherp ziet

snellezen en blikveld

Als je gaat snellezen dan heb je te maken met 3 blikvelden. De foveale zone is waar we mee focussen. je focust met om en nabij 3 graden.

08.02. De parafovea

Het deel dat de omgeving goed verkent

snellezen en blikveld

We kijken met meer dan de foveale zone. Je maakt ook gebruik van het parafoveale zone. Die bevindt zich tot 5 graden links en 5 graden rechts van het foveale zone. Die informatie neem je ook waar en dit blikveld gebruik je bij de inspringmethode. De overgang van de foveale naar de parafoveale zone is niet heel strikt.

08.03. De periferale zone

Het deel dat we bij lezen niet gebruiken

snellezen en blikveld

Er is ook nog het prefirerale zone. Dat is het gebied dat buiten het foveale en parafoveale blikveld valt. Dus buiten de ‘om en nabij’ 13 graden. De afstand tussen tekst en je ogen tenminste 40 centimeter zijn. Hoe breed je naar woordgroepen kunt kijken verschilt per persoon.

08.04. Hoe verwerken wij informatie?

Versnel gelijkmatig

Als je gaat snellezen is de grootste beginnersfout dat je te snel start. Je moet wennen aan snellezen. Begin altijd op een tempo dat comfortabel aanvoelt.

08.05. De snelheid van het brein

We kunnen veel maar er zijn grenzen!

Waar je rekening mee moet houden is dat het brein 300 tot 500 milliseconden nodig heeft om informatie waar te nemen en te begrijpen. Een toename van de leessnelheid leidt tot een hoger concentratieniveau wat het begrip ten goede komt. Maar als je te snel gaat kan je brein de informatie niet verwerken.

08.06. Er is een maximumsnelheid

En aan het aantal woorden per minuut

Gezien verwerkingssnelheid is er een punt dat versnelling van het leestempo leidt tot minder begrip. Een belofte als dat je 2.000 woorden per minuut kunt lezen klopt absoluut niet.

08.07. Lees verantwoord

Ken uzelfe en hou rekening met grenzen

Hoe versnel je verantwoord je leessnelheid? Als je gaat snellezen en je kijkt naar een kwart regel en je doet daar 500 milliseconde over dan lees je 2 seconden per regel. Als je getraind bent in breder kijken naar woordgroepen en je een halve regel in 300 milliseconden begrijpt lees je in 2 seconden ruim 3 regels. Oefening baart dus kunst.

08.08. Fotografisch lezen is onzin

Fotografisch lezen en photoreading is ‘Apenkool’

Er worden tegenwoordig veel termen gebruikt om snellezen onder de aandacht te brengen. Wetenschappelijk onderzoek heeft fotografisch lezen naar het Rijk der fabelen verwezen. Snellezen is een kwestie van oefenen en herhalen. Zeker in het begin als je de slag te pakken moet krijgen is het hard werken voordat je de vruchten ervan plukt!

08.09. Print eer ge begint!

Vanaf papier lezen mensen beter

In tegenstelling tot papier straalt een beeldscherm licht uit. Dat is vermoeiend. Pas je instellingen aan zodat minder blauw licht uitstraalt. Dit is een suboptimale oplossing. Als je toch vanaf een beeldscherm moet lezen, dan adviseren wij een tablet. Zorg voor minder blauw licht uit is gehaald en gebruik een wattenstaafje als aanwijzer.

08.10. Digitaal snellezen, kan dat wel?

Het kan zeker, toch werkt papier beter

Alle innovatie ten spijt is het nog steeds zo dat we het beste lezen vanaf papier of een e-reader (simulatie van papier). Daar is de wetenschap heel duidelijk over. De oorzaak is ligt in hoe we licht waarnemen én dat actieve oog-hand coördinatie bijdraagt aan leren. Daarom wordt ook afgeraden om aantekeningen te maken met de laptop.

08.11. Snelleessoftware

Onpraktisch voor dagelijks gebruik

Snelleessoftware – zoals Spreeder – is prima als aanvulling (niet als vervanging) op een cursus snellezen. Strikt genomen is het niet nodig. Hou er rekening mee dat je op een beeldscherm oefent en tijdens het oefenen niet makkelijk kunt versnellen of vertragen. Dat is erg omslachtig en leidt af.

08.12. Een omgekeerde ‘U’

Vind jouw optimale snelheid

Het brein en het blikveld hebben beperkingen. Dat betekent dat een toename van de leessnelheid eerst leidt tot meer en op gegeven moment tot minder begrip.

$

Neem contact op

Bereik meer met minder moeite

Bereik meer met minder moeite

Meld je aan voor de nieuwsbrief!

Je bent aangemeld voor de nieuwsbrief!

Share This