01. Leer verantwoord snellezen
Fotografisch lezen bestaat niet
Er is geen wetenschappelijk bewijs dat de effectiviteit van photo reading of fotografisch lezen ondersteunt. Hoe kun je wel verantwoord snel leren lezen? Gebruik snelleestechnieken waarvan het effect wetenschappelijk is aangetoond (o.a. door het Princeton Center for Language Study). De gemiddeld leessnelheid is ongeveer 200 woorden per minuut (150 tot 250). Veel sneller lezen met behoud van begrip is absoluut mogelijk! Het voordeel van snellezen is niet alleen dat je tijdwinst boekt. Het is ook een vorm van breintraining waamee je jouw hersenen jong en vitaal houdt!
01.01. Snellezen begint met kijken
Snellezen: de 4 pijlers
Je kunt je productiviteit verhogen als je tot 3 à 4 keer zo snel kunt lezen. Daarbij moet je uitgaan van de 4 pijlers die de basis vormen als wilt leren sneller te lezen:
1. Kijken
Door efficient naar tekst te kijken kun je sneller lezen. Snelheid helpt je om je beter te kunnen concentreren.
2. Concentreren
Als je jezelf beter kunt concentreren begrijp je de tekst die je leest sneller en beter.
3. Begrijpen
Begrip is noodzakelijk om en een tekst te kunnen onthouden.
4. Onthouden
Als je informatie beter kunt onthouden zal je de kennis beter kunnen toepassen in je werk.
01.02. Snellezen en je blikveld
Ons blikveld bestaat uit 3 zones
De fovea centralis
Dit is het gebied waarmee we focussen. Dat is gelijk aan een hoek van ongeveer 2º à 3º en komt overeen met een breedte van 4 tot 7 letters.
De parafovea
Dit is het gebied links en rechts van de fovea centralis en is links en rechts 4º à 5º extra. De fovea centralis en de parafovea zijn samen 10º tot 13º. Je benut echter niet de volledige breedte.
Perifere blikveld
Dit is het gebied links en rechts van de parafovea en daar maak je eigenlijk verwaarloosbaar weinig gebruik van tijdens het snellezen.
Als je naar een woord kijkt neemt de parafovea links en rechts van dat woord ook letters c.q. woorden waar. Dat levert jou als lezer op twee voordelen op:
Voordeel 1
Elk woord waar je op focust is al waargenomen door je parafovea. Als je vervolgens op dat woord met de fovea centralis focust zal je het woord sneller begrijpen.
Voordeel 2
Korte woorden zoals lidwoorden, korte voorzetsels, persoonlijk voornaamwoorden en bijwoorden slaat de fovea over zonder dat het ten koste gaat van begrip.
Om de parafovea zo optimaal mogelijk te benutten leidt je tijdens het lezen jouw ogen door de tekst heen met je vinger of een hulpmiddel. Je leest daardoor de tekst snel en veel geconcentreerder! Daardoor ben je in staat om sneller te leren en documenten voor je werk snel te lezen.
01.03. Wijs heel de regel aan
Een klassieke oefening
Als je begint met snellezen dan is een van de meest effectieve tips: ga lezen door met een pen of je vinger de hele regel aan te wijzen en met je ogen te volgen. Je wijst van links naar rechts onder de regel de je leest. Aan het einde van de regel haal je jouw vinger of pen van het papier en ga je naar de volgende regel. Als je leestempo niet ten koste gaat van je begrip kun je de beweging korter en sneller maken: Je kunt links iets inspringen en rechts eerder eindigen op een regel.
Zorg voor voldoende afstand tussen je ogen en de tekst. Vanaf 40 tot 50 centimeter is ideaal. Zorg voor een rechte en actieve zithouding.
01.04. Niet op de randen fixeren
Bepaal links en rechts een marge
Je hoeft niet helemaal aan het begin van de regel te beginnen en je hoeft ook niet helemaal aan het einde van de regel te eindigen. Als je de regel hebt gelezen haal je jouw vinger van het papier af. Je gaat naar de linkerkant van de volgende regel en je beweegt weer van links naar rechts. De vuistregel is dat je als je met deze snelleestechniek begint, links 1 centimeter inspringt en rechts 1 centimeter voor het einde stopt. Het mag ook iets meer of minder zijn. Het blikveld waarmee je focust (fovea) is niet het enige wat je waarneemt. Je ziet ook informatie de zich vlak daarnaast bevindt (parafovea). Daar kun je gebruik van maken. Als je merkt dat je leessnelheid niet ten koste gaat van je begrip kun je de beweging korter maken. Je kunt dan links meer inspringen en rechts eerder eindigen op een regel.
Zorg voor voldoende afstand tussen je ogen en de tekst. Vanaf 40 tot 50 centimeter is ideaal. Zorg voor een rechte en actieve zithouding.
01.05. Snellezen door te slingeren
Maak gebruik van alle bewegingen
Als je aan het einde van de regel bent moet je vinger of pen weer naar links. Je kunt tijdens de beweging naar links al kijken naar een paar woorden van de volgende regel. Je hoeft niet helemaal aan het begin van de regel te beginnen en je hoeft ook niet helemaal aan het einde van de regel te eindigen. Als je de regel hebt gelezen haal je jouw vinger niet van het papier. Je maakt een snelle, vloeiende beweging naar links op de volgende regel en kijkt naar de woorden die je ziet. Vervolgens maak je weer een beweging van links naar rechts. Waarbij je niet vanaf het begin tot het einde van de regel de beweging hoeft te maken. Het kracht van deze techniek is dat je op weg naar links al een paar steekwoorden leest die bijdragen aan de beeldvorming en het begrip van de tekst. Als je merkt dat je leestempo niet ten koste gaat van je begrip kun je de slingerbeweging korter en sneller maken. Je kunt dan meer inspringen en eerder eindigen op een regel.
Zorg voor voldoende afstand tussen je ogen en de tekst. Vanaf 40 tot 50 centimeter is ideaal. Zorg voor een rechte en actieve zithouding.
01.06. Op en neer springen
Bekijk de linker- en rechterhelft
Als je weinig tijd hebt en heel veel moet lezen is van links naar rechts springen op een pagina een goede snelleestechniek. Je ogen springen van links naar rechts. Dat zijn saccades. Dat is een andere manier van fixeren dan het volgen van een vinger of een pen. De term daarvoor is smooth pursuit. Je vinger helpt je ogen om snel te fixeren (20 à 60 milliseconden). Tijdens de sprong wordt waarneming van informatie tussen de twee punten die je aanwijst onderdrukt. De hersenen compenseren dit door tijdens het meest waarschijnlijke beeld tussenin te voegen en van belangrijke sleutelwoorden een logische samenhangend verhaal te maken. De geschiktheid van deze manier van snellezen is sterk afhankelijk van het materiaal dat je leest. Met name regellengte en tekstopmaak spelen daarbij een rol. Bij teksten met een goede tekstopmaak en een regellengte van 8 tot 12 woorden gemiddeld per regel werkt deze techniek goed. Hoe korter de regellengte, hoe beter! Deze vorm van snellezen is minder geschikt voor teksten met weinig interlinie en/of 14 woorden of meer per regel. We kunnen maar een beperkt aantal letters in één keer zien. Het principe is simpel: je springt met je pen of vinger van links naar recht onder de regel. je plaatst je vinger dus op ongeveer 25% en 75% van de regel. Zo ga je regel na regel af. Elke keer als je jouw vinger neerzet heb je de neiging om een korte beweging van links naar rechts te maken. Omdat je niet veel woorden ineens kunt lezen is dat goed. Of deze techniek bij je past is een kwestie van voorkeur. Het zegt niets over aanleg. Als je merkt dat je leessnelheid niet ten koste gaat van je begrip kun je de beweging versnellen.
Zorg voor voldoende afstand tussen je ogen en de tekst. Vanaf 40 tot 50 centimeter is ideaal. Zorg voor een rechte en actieve zithouding.
01.07. Focussen met twee vingers
Welke twee vingers maakt niet uit
In plaats van met een vinger of pen regel na regel van links naar rechts te springen kun je ook met twee vingers op je pagina geleidelijk naar beneden bewegen. Doe het alleen als het fysiek comfortabel aanvoelt. Ik gebruik mijn wijsvingers of wijsvinger en pink. Je kunt ook wijs- en middelvinger gebruiken (Peace-gebaar). Plaats je vingers op een afstand van ongeveer 25% à 33% en 66% à 75% van de regel. Het komt echt niet op de millimeter nauwkeurig aan. Je mag je vingers gerust een of twee regels lager houden dan de regel die je leest. Je vingers zeggen als het ware tegen je ogen: “Kijk eens hier links en kijk eens hier rechts”. Net als snellezen door met de vinger van links naar rechts springen, maken je ogen sprongetjes (saccades). Je vingers helpen je ogen om snel te kunnen fixeren. Je streelt zachtjes over het papier naar beneden. Als je merkt dat je leestempo niet ten koste gaat van begrip kun je jouw vingers dichter naar elkaar toe plaatsen en versnellen.
Zorg voor voldoende afstand tussen je ogen en de tekst. Vanaf 40 tot 50 centimeter is ideaal. Zorg voor een rechte en actieve zithouding. Ontspan je schouder en elleboog.
01.08. Focussen met drie vingers
You’ll love it, or hate it.
Deze techniek moet bij je passen. Het moet ontspannen aanvoelen en je hand moet er geschikt voor zijn. Ik gebruik mijn middelvinger, ringvinger en pink. Plaats je vingers op een afstand van ongeveer 25%, 50% en 75% van de regel. Het komt niet op de millimeter nauwkeurig aan. Je mag je vingers gerust een of twee regels lager houden dan de regel die je leest. Je vingers zeggen als het ware tegen je ogen: “Kijk links, naar het midden en rechts”. Deze techniek lijkt op het aanwijzen met twee vingers met dit verschil dat je jouw ogen helpt om drie keer op een regel te fixeren door middel van saccades. Hoe beweeg je jouw hand? Je streelt als het ware zachtjes over het papier naar beneden. Als je leestempo niet ten koste gaat van begrip mag je sneller naar beneden glijden.
Zorg voor voldoende afstand tussen je ogen en de tekst. Vanaf 40 tot 50 centimeter is ideaal. Zorg voor een rechte en actieve zithouding. Ontspan je schouder en elleboog.
01.09. Leesliniaal onder
Simpel en doeltreffend
Een van de meest effectieve snellezen tips is lezen met een leesliniaal. Vroeger was het een heel populair hulpmiddel. Het is onterecht op de achtergrond geraakt. Als je een stukje stevig papier neemt en op een afstand van ongeveer 25%, 50% en 75% van de regel een opvallend grote stippen zet heb je een heel handige leesliniaal gemaakt. De leesliniaal hou je een tot twee regels onder de regel die je leest. Die stippen zorgen ervoor dat je als vanzelf een regel in drie stukken leest. De stippen maken het voor je ogen makkelijker om te fixeren op drie punten van een regel. Net als de twee- en drie-vinger-techniek maken je ogen saccades. Je glijdt langzaam met de leesliniaal naar beneden. Als je merkt dat het lekker aanvoelt en je leessnelheid niet ten koste gaat van begrip, beweeg je de leesliniaal iets sneller.
Zorg voor voldoende afstand tussen je ogen en de tekst. Vanaf 40 tot 50 centimeter is ideaal. Zorg voor een rechte en actieve zithouding. Ontspan je schouder en elleboog.
01.10. Leesliniaal boven
Het voorkomt onnodige regressie
Als je een stukje stevig papier neemt en op een afstand van 25%, 50% en 75% van de regel opvallend grote stippen zet heb je een heel handige leesliniaal gemaakt. Net als wanneer je de leesliniaal onder de regel houdt hebben de stippen als doel jouw ogen te vertellen welke drie gebieden van een regel ze moeten lezen. Doordat je de leesliniaal boven de regel houdt die je leest wordt de neiging om onnodig terug te springen in de tekst onderdrukt. Let op: je mag altijd terug in de tekst als je een woord niet begrijpt. De leesliniaal zorgt ervoor dat je niet onnodig terugspringt! Ervaren lezers springen ongeveer 10% tot 15% van de leestijd onnodig terug. Ervaren lezers doen dat ongeveer een derde van de leestijd. Je glijdt langzaam met de leesliniaal naar beneden. Als je merkt dat het lekker aanvoelt en je leessnelheid niet ten koste gaat van begrip, beweeg je de leesliniaal iets sneller.
Zorg voor voldoende afstand tussen je ogen en de tekst. Vanaf 40 tot 50 centimeter is ideaal. Zorg voor een rechte en actieve zithouding. Ontspan je schouder en elleboog.
Wil je een training volgen?
Ben je geïnteresseerd in een training voor jezelf of voor jouw organisatie? Bekijk onze trainingen: